De interactieve PDF geeft de standpunten weer van 15 partijen op 19 onderwerpen die relevant zijn voor werkgevers. Let op: het bestand is alleen beschikbaar voor leden; om te kunnen downloaden, moet u ingelogd zijn.
Op 22 november mogen we weer naar het stembureau voor de Tweede Kamerverkiezingen. Om inzicht te bieden in de standpunten van politieke partijen over werkgeversthema’s, heeft AWVN een analyse gemaakt van de verkiezingsprogramma’s van 15 partijen die nu in de Tweede Kamer zitten en die volgens een recente peiling van Ipsos meer dan één zetel gaan behalen.
Kijkend naar de verkiezingsprogramma’s lijkt de arbeidsmarkt niet hoog op de agenda te staan bij de politiek en ontbreekt het aan een goede visie op de aanpak van de arbeidsmarktkrapte. Dat is opmerkelijk, omdat een goed functionerende arbeidsmarkt een voorwaarde is om de grote opgaven waar Nederland voor staat aan te pakken. Bovendien staan bestaanszekerheid, armoede en het minimumloon wel centraal in de verkiezingscampagne en speelt arbeid daar een belangrijke rol in.
• Verder met hervorming van de arbeidsmarkt
• Weinig concrete plannen voor krapte
• Minimumloon omhoog voor meer bestaanszekerheid
• Verlof en kinderopvang om werk-privébalans te verbeteren
• Meer grip op arbeidsmigratie en misstanden aanpakken
De hervorming van de arbeidsmarkt is in gang gezet maar gaat traag, terwijl haast geboden is gezien alle uitdagingen die spelen. Van Gennip heeft een belangrijke stap gezet met haar hoofdlijnenbrief over de hervorming van de arbeidsmarkt (voortbordurend op de adviezen van de commissie-Borstlap en middellange-termijnadvies van de SER). Deze plannen zijn niet controversieel verklaard door de Tweede Kamer. Uit de programma’s maken we op dat de politiek daar in grote lijnen nog achter staat.
Meer vast, minder flex is het adagium dat in veel programma’s terugkomt. Een vast contract moet de norm zijn, om werknemers meer zekerheid te geven.
PvdA/GL en SP willen geen oproep- en nulurencontracten meer. Verschillende partijen willen de mogelijkheid van flex, uitzendwerk en zzp wel behouden voor ziek en piek, maar de kaders waarbinnen dat gebeurt, moeten duidelijker worden. Het moet ook aantrekkelijker zijn om mensen in vaste dienst aan te nemen, maar partijen maken niet concreet hoe. De SGP is de enige die dat wel doet. Zij willen meer mogelijkheden bieden, in overleg met de werknemer, om een vast contract aan te passen qua inhoud, tijd en plaats, aan de behoeften en omstandigheden van de werkgever.
Verder noemen enkele partijen alleen het versoepelen van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. Partijen verschillen van mening over de duur van de loondoorbetalingsverplichting. PvdA/GL en Denk willen dat dit twee jaar blijft, met ondersteuning voor het MKB. Denk wil bovendien een collectief vangnet. VVD, D66, ChristenUnie willen dat de loondoorbetalingsverplichting (als onderdeel van het arbeidsongeschiktheidsstelsel) wordt herzien. FvD, NSC willen de loondoorbetalingsverplichting verkorten naar één jaar, JA21 wil dat voor kleine bedrijven en SGP wil een duur van anderhalf jaar. Overigens is voor de loondoorbetaling bij ziekte inmiddels een wetsvoorstel ter internetconsultatie gegaan. Dit gaat vooral over de re-integratieverplichtingen voor kleinere bedrijven. SZW heeft daarnaast een commissie aangesteld die zich moet buigen over de toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS). Deze commissie komt begin 2024 met oplossingsrichtingen voor een nieuw stelsel.
Er zijn weinig voorstellen voor ontslag. Alleen ten aanzien van de transitievergoeding geeft SGP aan dat zij dit willen vereenvoudigen en NSC, de partij van Omtzigt, wil dat deze vergoeding wordt ingezet waar deze oorspronkelijk voor bedoeld is. De transitievergoeding wordt te vaak gebruikt als een soort ontslagvergoeding, maar zij vinden dat deze ingezet moet worden voor de overgang naar een nieuwe baan. Daarom zou het naar een persoonlijk ontwikkelbudget moeten gaan.
Enkele partijen (BBB, PVV, SP, FvD) willen de Wet toekomst pensioenen terugdraaien. De meeste partijen willen er nog steeds mee verder. Wel willen zij de uitwerking monitoren en zorgen voor meer keuzevrijheid voor werknemers, bijvoorbeeld door de AOW later in te laten gaan en hierdoor een hogere pensioenuitkering te krijgen (VVD).
Eerder stoppen met werken moet volgens meerdere partijen mogelijk blijven. PvdA/GL, SGP, NSC willen een opvolging van de huidige RVU-regeling. De SP vindt dat je bij een zwaar beroep met 65 jaar moet kunnen stoppen en FvD wil dat je kan stoppen na 40 jaar werken.
Voor werkgevers is het tekort aan personeel hét thema waar het over zou moeten gaan. Toch staan er in de verkiezingsprogramma’s opvallend weinig concrete plannen om krapte aan te pakken. Ook omscholing, een manier om krapte aan te pakken, komt vrijwel niet aan bod. Bovendien wil een aantal partijen arbeidsmigratie verder beperken, terwijl dat de tekorten verder zal vergroten (zie daarover meer bij punt 5).
Een goed lopende arbeidsmarkt is een belangrijke voorwaarde om de maatschappelijke opgaven waar we als land voor staan aan te pakken. De uitdagingen door vergrijzing, energietransitie en digitalisering gaan we niet oplossen zonder meer personeel in de ICT, zorg, en technici – om maar enkele voorbeelden te noemen. Er is niet één oplossing die de krapte gaat oplossen en dat zal ook niet in één keer lukken. Hiervoor zullen we aan meerdere knoppen moeten draaien: omscholing, talenten beter benutten, arbeidsproductiviteit verhogen en zorgen voor meer arbeidsdeelname. In de verkiezingsprogramma’s is dit nauwelijks terug te lezen.
Wanneer er wel plannen zijn opgenomen om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken, is dit vooral gericht op publieke sectoren zoals onderwijs en zorg. Partijen willen zij-instroom en om- en bijscholing bevorderen voor deze sectoren en de lonen verhogen.
Verder valt op dat er nauwelijks plannen zijn voor duurzame inzetbaarheid, zoals investeren in opleiding en ontwikkeling. Veel partijen noemen het überhaupt niet in hun programma, terwijl banen gaan verdwijnen, steeds sneller veranderen en er nieuwe banen zullen ontstaan. Dit vraagt dat mensen nieuwe vaardigheden blijven aanleren. Hier ligt natuurlijk een belangrijke taak voor werkgevers en werknemers. De overheid moet daarnaast zorgen voor een duidelijk en consistent beleid voor leven lang ontwikkelen, bijvoorbeeld door toegankelijke dienstverlening en financiering. Dat de STAP-regeling voortijdig is stopgezet, laat zien dat een eenduidig beleid nog ontbreekt. NSC, Denk en PvdA/GL willen de ervaringen van het STAP-budget gebruiken en een persoonlijk ontwikkelbudget invoeren. BBB oppert een omscholingsfonds voor banen met een matig toekomstperspectief. Volt wil jongeren stimuleren om opleidingen te volgen voor kraptesectoren door collegegeld af te schaffen. Daarnaast wil Volt gerichte scholingsbudgetten voor om- en bijscholing naar cruciale sectoren en innovatie inzetten om tekorten aan te pakken. NSC wil leerpaden ontwikkelen voor krapteberoepen en net als Volt gerichte scholingsbudgetten. Verder vinden verschillende partijen dat onderwijs en arbeidsmarkt goed op elkaar aan moeten sluiten en daarbij gaat het vooral om het MBO.
Bestaanszekerheid en armoede staan centraal in de verkiezingscampagne. Dat zagen we al op Prinsjesdag en tijdens de Algemene Beschouwingen.
Bestaanszekerheid is een erg breed begrip. Alle partijen hebben het er over, maar bedoelen er iets anders mee. Het kan gaan over een minimum dat nodig is om van te leven. Maar bijvoorbeeld ook of je toegang hebt tot zorg en openbaar vervoer? Volgens NSC gaat het zelfs om voedselzekerheid. Bovendien kijken partijen verschillend naar werk en inkomen. Links wil vooral de lagere inkomens verhogen (uitkeringen en minimumloon omhoog). Partijen in het midden richten zich vooral op middengroepen in de samenleving, zoals werkenden en gezinnen. Rechtse partijen willen vooral dat werk meer loont, door het verlagen van belastingen.
Bijna alle partijen willen dat het minimumloon (WML) verder omhoog gaat. Een aantal partijen geeft aan naar welk uurloon dit (op termijn) moet stijgen: variërend van € 14 tot maar liefst € 18 (in 2028). Vanaf 1 januari 2024 stijgt het minimumuurloon al naar € 13,27. Alleen JA21 vindt verhogen geen goed idee vanwege de loonprijsspiraal. NSC vindt het niet verstandig om het minimumloon meteen te verhogen, vanwege de concurrentiepositie van Nederland, maar het moet toereikend zijn. VVD, BBB, PVV en SGP willen het WML verhogen, maar geven niet aan met hoeveel en per wanneer. Enkele partijen willen bovendien de jeugdlonen afschaffen vanaf 18 jaar (PvdA/GL, D66, PvdD, SP) en/of verhogen (Denk, NSC, D66).
Uitkeringen zoals de AOW en bijstand stijgen mee met het minimumloon. SP, PvdA/GL, PvdD, PVV en CU willen dit zo houden. D66 wil die koppeling alleen voor de bijstand. BBB noemt de koppeling niet, maar wil dat sociale uitkeringen op de lange termijn omhoog gaan. In de kosten van de maatregel maakt dat natuurlijk wel een groot verschil.
De meeste partijen vinden dat werken meer moet lonen. Dat zorgt voor meer besteedbaar inkomen en het maakt meer uren werken aantrekkelijker. In een krappe arbeidsmarkt is dat niet onbelangrijk. AWVN pleit hier al langer voor. Veel partijen willen dat de belasting op arbeid omlaag gaat. Sommige partijen noemen expliciet voor wie dit moet gelden, namelijk lage en/of middeninkomens (PvdA/GL, SP, Denk). Er is echter geen eenduidige omschrijving wie dat precies zijn. De VVD wil dat de overheid inzichtelijk maakt dat meer uren werken loont, het effect op je nettoloon zou je eenvoudig moeten kunnen berekenen. Daarnaast wil de VVD meer mogelijkheden creëren om werknemers te laten delen in bedrijfswinsten. PvdA/GL, CDA, Volt en Denk vinden dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, namelijk door belasting van hoge inkomens en vermogenden.
Vanwege het ingewikkelde Nederlandse systeem met toeslagen en de kinderopvangtoeslagaffaire, willen veel partijen dat het belastingstelsel wordt hervormd. NSC wil hier een speciale parlementaire commissie voor aanstellen. Volgens BBB zou je over de eerste € 30.000 aan inkomen geen belasting moeten betalen en kunnen de toeslagen dan stoppen. JA21 heeft een soortgelijk voorstel, maar noemt een bedrag van € 20.000 en wil daarnaast een speciale rekening in het leven roepen waarop door werk verdiend geld vrijgesteld is van vermogensbelasting.
Om armoede te bestrijden willen PvdA/GL, D66 en BBB dat de bijstandsuitkering omhoog gaat. Denk en ChristenUnie willen de mogelijkheid verruimen om naast deze uitkering te werken. Volt pleit voor een basisinkomen en de VVD wil de stijging van vaste lasten beperken. Verschillende partijen vinden dat de overheid en andere betrokken partijen moeten inzetten op het voorkomen van schulden en zorgen voor toegankelijke schuldhulpverlening. CDA wil met bedrijven werken aan bewustzijn om schulden vroegtijdig te signaleren en NSC wil meer armslag voor werkgevers die te maken krijgen met loonbeslagen en werknemers met schulden willen helpen.
De werk-privébalans is, anders dan in eerdere jaren, een belangrijk onderwerp voor de politiek. Partijen willen werkenden extra ondersteunen met verlof, toegankelijke kinderopvang en meer grip op hun werk-privébalans.
In de verkiezingsprogramma’s zien we wel accentverschillen. De politiek ziet hier kennelijk een rol voor zichtzelf en laat dit niet aan sociale partners over. Er worden plannen gepresenteerd om het geboorteverlof en ouderschapsverlof verder uit te breiden. Dat is de laatste jaren al flink uitgebreid, maar PvdA/GL, D66 en PvdD willen daar nog verder in gaan. PvdA/GL vindt bovendien dat werknemers langer zorgverlof op moeten kunnen nemen en dat langdurend zorgverlof deels betaald is. Er zijn enkele voorstellen om meer verlofvormen in te voeren zoals rouwverlof (PvdA/GL, SGP). NSC wil mantelzorgverlof, maar vraagt daarbij ook aandacht voor de uitvoerbaarheid voor werkgevers. Volt oppert aanpassingsverlof voor ouders van een kind met een intensieve zorgvraag. Het CDA wijst op de plannen die er zijn om het verlofstel te hervormen en wil dat sociale partners afspraken maken over vrijwilligersverlof.
Dan zijn er een paar partijen met plannen om het aantal collectieve feestdagen uit te breiden. VVD en NSC willen dat iedereen vrij is op Bevrijdingsdag. Denk wil dat iedereen vrij is op 1 juli om Keti Koti te vieren. Daarnaast moeten volgens Denk ook belangrijke feestdagen van andere religies wettelijk worden erkend (zoals het Ramadanfeest, Holi, Diwali, Jom Kippoer, Vaisakhi en het Offerfeest).
Om werknemers te ondersteunen wil de VVD werknemers meer flexibiliteit geven om werktijden in te delen. D66 wil meer regie en regelruimte voor werknemers door roosters aan te passen. In het kader van de werk-privébalans willen PvdA/GL en D66 recht op onbereikbaarheid voor werknemers. NSC gooit het over een hele andere boeg en wil stimuleren dat het voor werkgevers, vanuit goed werkgeverschap, mogelijk wordt om woningen te bouwen voor werknemers.
Kinderopvang is een groot thema in de partijprogramma’s. We zien wel hele uiteenlopende varianten. Bijzonder, omdat het kabinet hier op vastliep. Het kabinetsplan om de kinderopvang vanaf 2025 bijna gratis te maken is met twee jaar uitgesteld, omdat dit niet haalbaar bleek vanwege de personeelstekorten in de sector.
Wat stellen de politieke partijen nu voor? Gratis voor iedereen (PvdA/GL, D66, JA21), gratis voor lage inkomens (PvdD, Denk), goedkoper voor werkenden (VDD, CU), betaalbaar voor iedereen (SP), een (beperkte) eigen bijdrage (BBB, CDA, NSC) of een deel gratis (Volt, CDA, CU). Vaak zijn de voorstellen gekoppeld aan een ander systeem voor kinderopvangtoeslag. Partijen noemen het belang van toegankelijke kinderopvang om personeelstekorten in te vullen, maar wijzen ook op de tekorten in de sector zelf. Wanneer meer kinderen opgevangen kunnen worden, kunnen daardoor meer ouders aan het werk. En wanneer kinderopvang betaalbaarder wordt, kunnen meer ouders ook meer uren werken. PvdA/GL wil dat de kinderopvang voortaan (weer) onder het ministerie van Onderwijs gaat vallen, zodat er meer focus is op de pedagogisch-didactische functie in plaats van het te zien als arbeidsmarktinstrument. SGP vindt financiering en facilitering van kinderopvang geen overheidstaak.
In alle verkiezingsprogramma’s van links tot rechts staan plannen voor arbeidsmigratie. Bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen was dit een veel minder groot thema. Veel partijen zijn het eens over het terugdringen van het aantal migranten, maar hoe zij dit willen invullen verschilt. Wat daarbij opvalt is dat alle vormen van migratie op één hoop gegooid worden, terwijl daar voorheen daar meer nuance in was. Dat partijen de instroom van migranten willen beperken is bovendien opmerkelijk, aangezien arbeidskrachten uit het buitenland hard nodig zijn om een deel van de personeelstekorten in te vullen. Dat zal bovendien de komende jaren alleen maar toenemen door verdere vergrijzing en ontgroening. Partijen kijken verschillend naar dit thema. Er worden allerlei maatregelen geopperd, we noemen hier drie subthema’s die in meerdere programma’s terugkomen.
• Beperken van de instroom
Partijen willen meer grip op migratie en VVD, PVV, CDA, FvD, SGP en SP willen nadrukkelijk minder (arbeids)migranten naar Nederland – al wordt er vaak niet concreet gezegd hoe zij dit voor zich zien. BBB wil een asielquotum. NSC noemt een concreet richtgetal van maximaal 50.000 migranten per jaar en maakt daarbij geen onderscheid naar asiel-, arbeid-, studie- of gezinsmigratie. De SP wil een tijdelijke stop, totdat arbeidsmigratie beter gereguleerd is en de overheid hier meer grip op heeft. Zij willen daarnaast, net als JA21 en de PVV, ook voor EU-burgers een tewerkstellingsvergunning. Het CDA wil ervoor zorgen dat Nederland minder afhankelijk wordt van laagbetaalde krachten uit het buitenland door te investeren in innovatie en automatisering in bedrijven. Volgens JA21 en de VVD moeten werkgevers eerst het onbenut arbeidspotentieel in Nederland benutten, voor zij gebruik maken van arbeidsmigranten. De VVD vindt arbeidsmigranten nog steeds nodig, omdat productieketens anders stil vallen. De leefomstandigheden moeten wel verbeteren en er moet meer grip op arbeidsmigratie komen door te kiezen voor degenen die nodig zijn.
NSC, PvdD en SGP willen de fiscale voordelen beperken die arbeidsmigratie stimuleren, zoals de expatregeling (30%-regeling). SP, Pvda/GL en Denk willen de expatregeling nadrukkelijk afschaffen. Volt wil de regeling juist in de hele EU gelijktrekken en het CDA wil het toespitsen op buitenlandse werknemers die écht nodig zijn (ICT’ers, technici en specialisten klimaattransitie).
• Uitbuiting aanpakken en zorgen voor fatsoenlijke huisvesting
De meeste partijen noemen het aanpakken van misstanden bij arbeidsmigratie als speerpunt en verwijzen naar het rapport-Roemer. Arbeids- en leefomstandigheden moeten verbeterd worden, bijvoorbeeld door ‘scheiding van bed en baan’. De problemen met huisvesting, onder andere door het grote woningentekort, is voor partijen een reden om arbeidsmigratie te willen beperken. Verder moet certificering van uitzendbureaus en uitbreiden van het toezicht door de Arbeidsinspectie uitbuiting van arbeidsmigranten aanpakken.
• Asielzoekers met zicht op een verblijfsstatus moeten sneller aan het werk kunnen
Wanneer asielzoekers perspectief hebben om te mogen blijven, dan zouden zij zo snel mogelijk aan het werk moeten kunnen, vinden BBB, Volt, Denk, NSC en PvdA/GL. Dit draagt ook bij aan hun inburgering. BBB vindt dat kansrijke asielzoekers betaald werk moeten kunnen doen (of stage lopen). Een deel van de opbrengsten moet terugvloeien naar de opvangkosten.
Een glazen bol hebben we helaas niet, dus het is lastig een voorspelling te doen. Op basis van de verkiezingsprogramma’s kunnen we wel verwachten dat de hervorming van de arbeidsmarkt verder ingezet zal worden. Er lijkt nog steeds politieke steun voor de adviezen van Borstlap en het SER-MLT.
Herziening van het belastingstelsel is een grote wens van veel partijen. Dat is geen eenvoudige klus en de Belastingdienst heeft zelf ook al aangegeven hier voorlopig geen ruimte voor te zien. Mogelijk zet het volgende kabinet wel een eerste stap.
Verder lijkt het meer reguleren of zelfs beperken van arbeidsmigratie onvermijdelijk. Tot slot willen de meeste partijen dat het minimumloon verder omhoog gaat. AWVN heeft al eerder bericht welke risico’s hier aan kleven. Daarover binnenkort meer in onze boodschap aan het nieuwe kabinet.
Wat u als werkgever moet weten over de Tweede Kamerverkiezingen
AWVN zet alle belangrijke zaken voor u op een rij op onze verkiezingspagina