De in 2012 ingevoerde vakantiewetgeving moet werknemers stimuleren regelmatig vakantie op te nemen (beter voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers) en het ontstaan van zogeheten stuwmeren voorkomen.
Bouwt een zieke werknemer ook vakantierechten op? Hoe zit het ook weer met de verval- en verjaringstermijn van vakantiedagen? Mogen niet-genoten bovenwettelijke dagen verkocht worden? Wat te doen met resterende vakantiedagen bij einde dienstverband?
U leest de antwoorden op de pagina over de vakantiewetgeving
De wet bepaalt dat een werknemer jaarlijks recht heeft op vakantie voor ten minste vier keer de overeengekomen arbeidsduur per week; de opbouw ervan vindt plaats naar evenredigheid. Dat betekent dat een werknemer met een volledige vijfdaagse werkweek op jaarbasis recht heeft op 20 vakantiedagen; een werknemer met een vierdaagse werkweek heeft er recht op 16 – en zo voort. Deze dagen worden de wettelijke vakantiedagen genoemd.
Het is niet mogelijk van het wettelijke minimum aan vakantierechten af te wijken ten nadele van de werknemer. Het is wel mogelijk om de werknemer naast de wettelijke vakantiedagen extra vakantiedagen toe te kennen: de zogenoemde bovenwettelijke vakantiedagen.
De werkgever is verplicht om de werknemer ieder jaar in de gelegenheid te stellen om zijn wettelijke vakantiedagen op te nemen. Het is aan de werknemer of die daar gebruik van wil maken. Als daarover niet iets anders is afgesproken bij schriftelijke overeenkomst of cao, dan dient de werkgever de vakantie vast te stellen overeenkomstig de wensen van de werknemer, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten.
Wat is een gewichtige reden? Wat als de werknemer tijdens de vakantie ziek wordt: zijn die ziektedagen dan nog steeds vakantiedagen? Bekijk de pagina over vakantiedagen opnemen.
Als de werkgever zelf de zeggenschap over het tijdstip van de vakantie wil houden, dient hij dit in de cao of in de individuele arbeidsovereenkomst te regelen. Dit is ook van belang voor werkgevers die een collectieve vakantie willen plannen.
Als werknemers te weinig vakantiedagen opnemen, ontstaan er hoge verlofsaldo’s op de bedrijfsbalans. Het loon dat overeenkomt met de vrije dagen moet u reserveren. Dat drukt de bedrijfswinst en beperkt de investeringsmogelijkheden. Hoe voorkom je zo’n stuwmeer aan vrije dagen bij werknemers? En hoe los je het op?
Juridisch adviseur Maaike Hilhorst heeft vijf praktische tips.
Sommige bedrijven kennen naast de wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen nog andere vormen van (spaar)verlof, bijvoorbeeld via het PKB. Werknemers kunnen dan kiezen op welke manier zij bepaalde arbeidsvoorwaarden, zoals bovenwettelijke vakantiedagen, inzetten. Kwalificeren deze toegekende dagen als vakantie of als verlof? De Hoge Raad heeft recent iets meer duidelijkheid gegeven. Hoe zit het nu?
Feestdagen
Nederland heeft een aantal erkende christelijke feestdagen en nationale feestdagen. Of een medewerker op die dagen ook vrij is met recht op loon, hangt af van de arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn. In verreweg de meeste gevallen is overigens afgesproken dat een werknemer op deze dagen (betaald) vrij heeft.
Nu de diversiteit de afgelopen decennia sterk is toegenomen, geven steeds meer werkgevers hun werknemers de mogelijkheid om verlof voor een traditionele Nederlandse feestdag te ruilen voor een verlofdag die vanwege hun geloof of culturele achtergrond belangrijk is.
• Meer over feestdagen