Kern van de Wet arbeid en zorg (Wazo) is betere mogelijkheden scheppen voor de combinatie van arbeid en zorg.
Op het gebied van verlof is de afgelopen jaren veel veranderd. Hieronder vindt u alle wettelijke verlofvormen die in de Wazo (wettekst) zijn opgenomen. Wie heeft wanneer recht op? Is het verlof doorbetaald of niet?
De Wazo kent op een groot aantal onderdelen een afwijkingsmogelijkheid die gestalte kan krijgen in de cao, of, bij ontbreken daarvan, langs de weg van schriftelijke overeenstemming met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging. Van een aantal bepalingen kan uitsluitend bij cao worden afgeweken (dus niet met de OR of PVT) of kan helemaal niet worden afgeweken (dwingend recht).
Voor een korte, naar billijkheid te berekenen tijd wanneer de werknemer zijn arbeid tijdelijk niet kan verrichten bijvoorbeeld vanwege onvoorziene omstandigheden die een onmiddellijke onderbreking van de arbeid vergen of door bijzondere persoonlijke omstandigheden. Lees meer
Zwangere werkneemsters hebben recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. Er bestaat een wettelijk verbod om zwangere werkneemsters te laten werken na 4 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum. Sinds 1 januari 2015 heeft de werkneemster recht om het bevallingsverlof flexibel op te nemen. Sinds 1 april 2018 is de duur van het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof voor vrouwen die zwanger zijn van een twee- of meerling uitgebreid. Lees meer
Sinds 1 januari 2019 is het kraamverlof voor partners van de moeder vervangen door het geboorteverlof. In plaats van twee dagen betaald verlof, is dat eenmaal de wekelijkse arbeidsduur geworden. Bovendien kunnen partners sinds 1 juli 2020 aanvullend verlof opnemen. Lees meer
Wanneer een werknemer een kind adopteert of een pleegkind in zijn gezin opneemt, heeft hij recht op adoptie- en/of pleegzorgverlof. Er bestaat sinds 1 januari 2019 recht op 6 weken verlof die de werknemer verspreid over een periode van 26 weken kan opnemen. Lees meer
Werknemers met een (adoptie)kind onder de 8 jaar hebben recht op ouderschapsverlof. Ook werknemers met een inwonende stief- of pleegkind hebben recht op opname van dit verlof. De omvang van het ouderschapsverlof bedraagt 26 keer de arbeidsduur per week (per kind). Het was tot voor kort onbetaald verlof, maar sinds 2 augustus 2022 hebben ouders gedurende het eerste levensjaar van het kind recht op 9 weken verlof met een uitkering via het UWV. Lees meer
Het kortdurend zorgverlof is van toepassing als het noodzakelijk is dat de werknemer voor een korte periode zorg verleent in verband met ziekte en daardoor niet kan komen werken. Sinds 1 juli 2015 geldt het recht op verlof niet alleen voor de verzorging van een inwonend kind, ouder of partner, maar geldt het voor zorg voor kind, bloedverwant eerste & tweede graad, huisgenoten en anderen waarmee de werknemer een ‘sociale relatie’ heeft. Lees meer
Langdurend zorgverlof is van toepassing wanneer de werknemer langdurige zorg moet verlenen aan een naaste. Sinds 1 juli 2015 geldt het recht op verlof niet alleen voor de verzorging van een inwonend kind, ouder of partner, maar geldt voor zorg voor kind, bloedverwant eerste & tweede graad, huisgenoten en anderen waarmee de werknemer een ‘sociale relatie’ mee heeft. Lees meer
Wettelijk recht op rouwverlof invoeren? Position paper AWVN
De Tweede Kamer boog zich op 25 november 2021 over rouwverlof. AWVN werd gevraagd om bij het gesprek aan te schuiven. Want volgens AWVN zijn er goede redenen om rouwverlof niet in de wet vast te leggen. Werk en privé lopen in elkaar over, zeker wanneer mensen iets ingrijpends meemaken als het overlijden van een dierbare. Medewerkers ondersteunen in perioden van rouw hoort bij goed werkgeverschap. Is daarvoor ingrijpen vanuit de wetgever nodig, zoals geopperd wordt met het voorstel voor wettelijk rouwverlof?
Download het position paper rouwverlof van AWVN.