Sinds 2 augustus 2022 hebben werknemers met een eigen kind, adoptiekind of inwonend stief- of pleegkind, recht op betaald ouderschapsverlof. De omvang van dit verlof bedraagt negen keer de arbeidsduur per week en de werknemer heeft recht op een uitkering van het UWV ter grootte van 70% van het dagloon. In principe kan het betaald ouderschapsverlof op elk gewenste wijze, qua spreiding, opgenomen worden, zolang het maar opgenomen wordt voordat het kind één jaar wordt.
Stel, een werknemer vraagt betaald ouderschapsverlof aan voor een kind geboren op 1 september 2021. Heeft deze medewerker dan recht op negen keer de arbeidsduur per week of slechts 4 weken betaald ouderschapsverlof?
De wet voorziet in betaald ouderschapsverlof voor kinderen die al geboren zijn vóór de invoering van de wet. Dit betekent dat de werknemer met een kind dat geboren is op 1 september 2021 nog recht heeft op betaald ouderschapsverlof. Desondanks blijft vaststaan dat het ouderschapsverlof opgenomen dient te worden vóór het eerste levensjaar van het kind. Hierdoor heeft de werknemer slechts vier weken recht op betaald ouderschapsverlof.