Nederland kent sinds 1969 een wettelijk minimumloon per maand. Het kan op dit moment verschillen of een werknemer daar 36, 38 of bijvoorbeeld 40 uur per week voor moet werken. Dit brengt met zich dat de ene werknemer een hoger minimumuurloon ontvangt dan de andere werknemer. Door de invoering van een wettelijk minimumuurloon, wordt het uurloon voor iedereen gelijk. Daarmee wordt ook beoogd de handhaving te vereenvoudigen.
Het wettelijk minimumuurloon wordt gebaseerd op een 36-urige werkweek. Dat betekent dat werknemers met een werkweek langer dan 36 uur een hoger minimumloon gaan ontvangen. Gevolg is ook dat de financiële lasten voor werkgevers omhoog kunnen gaan.
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel hebben verschillende fracties hun zorgen geuit over de extra financiële lasten voor met name het MKB. In dat kader is de regering verzocht de economische situatie van kleine ondernemers te beoordelen en te verkennen welke mogelijkheden tot lastenverlaging er zijn. Daarbij dient mogelijke ruimte van UWV-fondsen te worden onderzocht. Of, en zo ja, tot welke gevolgen dat leidt is nog onduidelijk.
De wet treedt vermoedelijk in werking per 1 januari 2024.