AWVN 100 jaar

Zeven invloedrijke vrouwen in de overlegeconomie

Lange tijd was het sociaaleconomisch overleg het domein van mannen. Nog steeds zijn mannen zwaar oververtegenwoordigd in de Haagse vergaderzalen, maar vrouwen laten zich niet tegenhouden. Zeven invloedrijke vrouwen in de overlegeconomie – vrouwen die onmisbaar zijn gebleken voor de Nederlandse polder.

 

Agnes Jongerius Eerste vrouwelijke voorzitter van de FNV
Agnes Jongerius begon haar carrière bij de FNV, in een mannenwereld bij uitstek: de FNV Vervoersbond. De meeste mensen kennen Jongerius door de functie die ze van 2005 tot 2012 bekleedde, als (eerste vrouwelijke) voorzitter van de FNV. In die rol werd ze twee keer verkozen tot de meest invloedrijke vrouw van Nederland. Na een hevig debat over de verhoging van de AOW-leeftijd – ze noemde werkgevers ‘tuig van de richel’ – trad ze af. Na haar vertrek bij de FNV is de vakbondsvrouw zich blijven inzetten voor werknemersbelangen, onder andere als lid van het Europees Parlement namens de PvdA.
Hilda Verwey-Jonker Socioloog, eerste vrouwelijk lid van de SER
Hilda Verwey-Jonker promoveerde in 1945 als eerste vrouw in de sociologie. Al in haar dissertatie boog zij zich over de positie van kwetsbare groepen. Ze werd politiek actief voor de SDAP, de voorganger van de PvdA. Daar pleitte zij onder andere voor invoering van de term allochtoon, destijds gezien als een humaner alternatief voor ‘gastarbeider’. Binnen de overlegeconomie was Verwey-Jonker bekend als eerste vrouwelijk kroonlid van de SER waar ze in 1957 lid van werd. Naar verluidt zou de volledig uit mannen bestaande raad haar hebben binnengehaald met de woorden: ‘er moet een vrouw in’. Verwey-Jonker liet zich er niet door kennen en werd na een jaar al lid van het dagelijks bestuur. Eind jaren tachtig gaf ze haar biografie uit met de titel ‘Er moet een vrouw in’. Verwey-Jonker overleed in 2004, maar ze leeft nog steeds voort in het onderzoeksinstituut dat naar haar is vernoemd.
Sybilla Dekker Minister, bestuurder en algemeen directeur AWVN
‘Polariseren is niet mijn stijl’, zei Sybilla Dekker eens. Een belangrijke eigenschap voor iemand die werkt in de overlegeconomie. Toch is Sybilla Dekker vooral bekend van haar tijd in de politiek. Ze was van 2003 tot 2006 minister van VROM, namens de VVD. Daarvoor had ze al een indrukwekkende carrière als zakenvrouw achter de rug. Zo werkte ze voor ondernemers in de bouw en was ze commissaris bij diverse grote ondernemingen. Vlak voor haar aantreden als minister werkte ze in het hart van de overlegeconomie, als algemeen directeur van AWVN. In die periode en ook daarna zette ze zich actief in voor vrouwenemancipatie. ‘Feministe zou een eretitel moeten zijn,’ zei ze daarover. In 2018 werd ze benoemd tot minister van Staat.
Mariëtte Hamer Raspolitica en voorzitter SER
Onderhandelen is een rode draad in de carrière van Mariëtte Hamer. Als Tweede Kamerlid voor de PvdA zette ze zich in voor het onderwijs, kinderopvang en sociale zaken. Ze was nauw betrokken bij het Pensioenakkoord van 2010 en het Sociaal Akkoord van 2013. Ze zat van 1998 tot 2014 in de Kamer, deels als fractievoorzitter van de PvdA. In 2014 volgde ze Wiebe Draijer op als voorzitter van de SER. Daarmee was ze eerste vrouw aan het hoofd van de raad. Onder haar voorzitterschap kwamen weer meer politiekgevoelige onderwerpen in het hart van de sociaal-economische overleg op de agenda van de SER te staan, zoals de regels rondom ziekte, zzp en pensioen.
Corry Tendeloo Politica die streed voor werkende getrouwde vrouw 
Ze is niet de bekendste feministe van Nederland, maar wel één van de belangrijkste. Corry Tendeloo was na de Tweede Wereldoorlog Tweede-Kamerlid voor de PvdA. Haar motie-Tendeloo uit 1955, waarin ze stelde dat het ‘niet op de weg van de Staat ligt de arbeid van de vrouw te verbieden’, betekende een doorbraak voor de vrouwenarbeid. Alle vrouwelijke Kamerleden steunden Tendeloo, waardoor het toenmalige kabinet gedwongen was om de motie uit te voeren.
Daarna verdwenen, onder aanvoering van Corry Tendeloo, het gebod om gehuwde vrouwen te ontslaan en de wettelijk vastgelegde handelingsonbekwaamheid van de vrouw.
Thea Veldhuyzen van Zanten Boegbeeld voor ondernemende vrouwen
‘De grootste belemmering is dat mannen diep in hun hart bang zijn voor professionele vrouwen,’ zei Thea Veldhuyzen van Zanten eens in een interview. Veldhuyzen van Zanten was een markante onderneemster die, na heel wat omzwervingen, de eerste vrouw werd in het directieteam van de tafelzilverfabriek Van Kempen & Begeer. Eind jaren zeventig kreeg ze bekendheid toen ze een vrouwennetwerk in het leven riep voor ‘vrouwen in vooruitgeschoven posities in een mannenmaatschappij’. Ook stond ze aan de basis van de prijs voor de ‘Zakenvrouw van het Jaar’. Ze zorgde er onder andere voor dat het toenmalige VNO opleidingen ging aanbieden aan vrouwelijke managers. Ze overleed in 1997, maar wordt nog steeds erkend als één van de vrouwelijke boegbeelden in het door mannen gedomineerde ondernemersklimaat.
Marga Klompé Eerste vrouwelijke minister, architect van de bijstand
Toen Marga Klompé toetrad tot de politiek, was ze aanvankelijk nogal aarzelend. Toch zou ze al snel uitgroeien tot een succesvol politica van de Katholieke Volkspartij (KVP). Ze werd als eerste vrouw in de geschiedenis minister en ontfermde zich in het kabinet Drees-III onder andere over maatschappelijk werk. In 1963 zorgde zij vanuit die positie voor de invoering van de Algemene Bijstandswet, waarmee de armenzorg voor het eerst onder verantwoordelijkheid van de overheid kwam te vallen in plaats van particuliere instanties en de kerk. De bijstand bestaat nog altijd als vangnet voor mensen zonder inkomen.
Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden